Ongelukkige samenloop van omstandigheden


Dit artikel is geschreven door I.K. Verhoeks en gepubliceerd in het vaktijdschrift PIV Bulletin 2020

Dagelijks worden we met zijn allen aan risico’s blootgesteld; de val van een trap, het uitglijden op een glibberig pad, het struikelen over een afstapje, de val over een kabel van een elektrische auto of een ongeval gedurende een sportactiviteit. Het wegverkeer wordt door veel mensen als het meest risicovol beschouwd, terwijl er jaarlijks meer dan zes keer zo veel mensen overlijden door een val in of rondom het huis.

Het Burgerlijk Wetboek bevat geen risicoaansprakelijkheidsregel voor de zogenoemde huis-tuin-en-keukenongevallen. Gevoelsmatig wordt in de praktijk steeds vaker de schuld en daarmee de financiële verantwoordelijkheid voor ongevallen gezocht bij een ander, ondanks dat er geen contractuele relatie bestaat. Belangrijke beoordelingsfactoren voor onrechtmatig gedrag zijn de welbekende Kelderluikcriteria. Al ‘Kelderluikend’ lijkt men in de praktijk elke situatie onder de genoemde factoren te kunnen schuiven. Waar liggen de grenzen van aansprakelijkheid? Hoe gaan we om met gevaren? En hoe ver reikt de eigen verantwoordelijkheid van mensen?

Aangezien artikel 6:162 BW voor buiten-contractuele relaties de grondslag is voor schadevergoeding zal ik in dit artikel voor de praktijk een (kort) handzaam overzicht geven van de grondslag onrechtmatige daad en zal ik diverse relevante jurisprudentie op dit vlak bespreken om het onderwerp levendig te maken.2 Daarbij wordt met name gekeken naar ongevallen waarin het ongeschreven recht een rol speelt en waarbij de rechter tot de conclusie komt dat er geen aansprakelijkheid is. Oftewel, het ongeval is te wijten aan een “ongelukkige samenloop van omstandigheden”.

Onrechtmatige daad; onrechtmatige gevaarzetting

Ongelukkige omstandigheden ontstaan vaak door het handelen of nalaten van mensen en zijn risico’s die zich dagelijks kunnen voordoen. Het enkele creëren of vergroten van een risico, oftewel gevaarzetting, is niet voldoende voor aansprakelijkheid. Dit wordt in de praktijk vaak uit het oog verloren. De redenatie is soms ‘er is schade ontstaan, dan is er ook aansprakelijkheid’. Voor de beoordeling van aansprakelijkheid is het goed om te realiseren dat het uitgangspunt in het aansprakelijkheidsrecht is dat ieder zijn eigen schade draagt, tenzij er een grond bestaat om de schade op een ander af te wentelen.3 

Het vaststellen of iemand onrechtmatig heeft gehandeld lijkt een gemakkelijke opgave, maar vormt in de praktijk een grote uitdaging, aldus Van Dam.4 Niet elke gedraging die tot schade of zelfs tot ernstige schade leidt, is namelijk een onrechtmatige daad. Een duidelijk voorbeeld is te zien in de zaak van twintig jaar geleden van de verhuizende zusters, welk ongeval tot ernstig letsel leidde (spierdystrofie en gedeeltelijke amputatie van de arm).5 

Benadeelde hielp haar zus met het inrichten van haar woning. Bij het verplaatsen van een zware linnenkast verloor de zus haar evenwicht op de trap, waardoor zij met de kast naar beneden dreigde te vallen. In een reflex gaf zij de kast een duw omhoog en draaide zij de kast, als gevolg waarvan de arm van benadeelde bekneld kwam te zitten. Volgens het hof had de zus van benadeelde door de kast horizontaal te draaien, het reële gevaar in het leven geroepen dat een of beide zussen de controle over de kast zou(den) verliezen. Hierdoor had zij zich niet zorgvuldig en daarmee onrechtmatig gedragen. De uitkomst van de Hoge Raad daarentegen was dat er geen aansprakelijkheid was, maar sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De door het hof aan de zus verweten gedraging – namelijk de draaimanoeuvre waardoor reëel gevaar ontstond – maakte een ongeval niet onder alle omstandigheden in het algemeen zodanig waarschijnlijk, dat zij zich naar de eisen van de op haar rustende zorgvuldigheid daarvan had behoren te onthouden.6 

Hoewel destijds op de term ongelukkige samenloop van omstandigheden in de literatuur kritiek is geuit7 is thans duidelijk dat de term ongelukkige samenloop van omstandigheden niets meer is dan een conclusie nadat is vastgesteld dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen.8 In de praktijk lijkt het mijns inziens een handzame term waarmee aan een leek eenvoudig is uit te leggen dat er geen aansprakelijkheid is. 

Een enkele gevaarzetting is dus niet voldoende voor aansprakelijkheid. Het gaat om de vraag of er sprake is van onrechtmatige gevaarzetting. Hiervan is sprake als men aan een groter risico is blootgesteld dan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs verantwoord was.9 

Oftewel: de situatie is aan te merken als “te” gevaarlijk en stijgt uit boven het maatschappelijk aanvaarde niveau. Hoe wordt dit in het algemeen beoordeeld? 

De rechter heeft diverse methodes om te beoordelen of in een bepaalde zaak sprake is van onrechtmatige gevaarzetting.10 Een belangrijk vertrekpunt is en blijft de rechtspraak, nu het ongeschreven recht in de rechtspraak is ontwikkeld. De rechterlijke macht heeft de afgelopen jaren een heel scala aan rechtspraak ontwikkeld. In de rechtspraak is voor iedere categorie aan situaties rechtspraak te vinden, zoals hinder, sport en spel, werkgeversaansprakelijkheid, gebrekkige zaken en valpartijen. In sommige situaties zijn kwaliteits- of veiligheidsnormen in het geding, bijvoorbeeld NEN-normen. Dit kan van belang zijn bij de beoordeling. Gedacht kan worden aan een vloer in een sauna die te glad is en niet voldoet aan de gestelde normen voor stroefheid. De jurisprudentie is tegelijkertijd casuïstisch wat maakt dat we diverse situaties moeten blijven beoordelen. Bij onvoldoende handvatten zal de rechter een beoordeling maken of iemand voldoende zorg in acht heeft genomen met het oog op de (bekende) risico’s. 

Kelderluikcriteria

In het bekende Kelderluikarrest zien we onder andere de afweging tussen de vereiste zorg en het risico.11 Deze factoren zijn in de loop der jaren op diverse manieren geformuleerd.12 Door de Kelderluikfactoren na te lopen kan men een afweging maken tussen het risico en de bezwaarlijkheid van de te nemen voorzorgsmaatregelen. De bekende criteria zijn als volgt13:

(a) de kans op een ongeval
(b) de aard van de gedraging;14
(c) de aard en ernst van de eventuele schade;
(d) de bezwaarlijkheid en gebruikelijkheid van het nemen van voorzorgsmaatregelen.

Al ‘Kelderluikend’ kunnen de meest uiteenlopende situaties worden beoordeeld. Of een situatie in de praktijk als rechtmatig of onrechtmatig kan worden bestempeld hangt af van de invulling van de criteria. Dit levert buiten rechte vaak een oeverloos debat op tussen partijen. Hartlief benoemt dat bij toepassing van de Kelderluikcriteria de context niet uit het oog mag worden verloren, nu men veelal gemakkelijk voorzorgsmaatregelen had kunnen nemen die weinig tot niets kosten. Daardoor kan al snel de conclusie worden getrokken dat er aansprakelijkheid is.15

Het is van belang om onderscheid te (blijven) maken tussen enerzijds risico’s waar men dagelijks mee te maken krijgt en die zich vaak in een ‘split second’ voltrekken en anderzijds het scheppen van een te gevaarlijke situatie door een ander. Het is een dunne scheidslijn.16 Waar het omslagpunt ligt tussen rechtmatig en onrechtmatig gedrag is in het algemeen lastig te zeggen. Hoe de factoren van het Kelderluikarrest ingevuld dienen te worden, wat het gewicht is van de factoren en hoe uiteindelijk alle gegevens samengebracht en beoordeeld moeten worden, vermeldt het arrest niet.17 Het komt in feite aan op het inschatten van risico’s. Is het risico te groot, dan zal de rechter onrechtmatigheid aannemen. Daarnaast zal de vraag of en tot welke zorg (maatregelen) je bent gehouden afgewogen worden tegen de omvang van het risico. Het enkel creëren van gevaar zou artikel 6:162 BW tot een risicoaansprakelijkheid maken en daarmee zou de grens tussen een onrechtmatige daad en rechtmatige daad vervagen.18 Hoewel alle criteria van belang zijn voor de beoordeling van aansprakelijkheid en niet los van elkaar staan,19 dient mijns inziens eerst het risico te worden beoordeeld alvorens de vereiste zorg kan worden beoordeeld.20 Op deze manier verliest men niet uit het oog dat er voor de gerechtvaardigde vraag naar de maatregelen een te gevaarlijke situatie dient te bestaan. In de praktijk wordt mijns inziens te snel overgegaan naar de vraag welke maatregelen genomen hadden moeten worden. Daarbij wordt miskend dat in iedere situatie geconcludeerd kan worden dat er maatregelen genomen hadden kunnen worden. Is er geen sprake van een te gevaarlijke situatie, dan is het ook niet nodig om maatregelen te treffen. Een en ander zal ik toelichten aan de hand van twee stappen. 

Beoordeling (1): Omvang van het risico
Het risico wordt doorgaans ingeschat door (a) de kans op een ongeval en (c) de aard en ernst van de eventuele schade.

Kans op een ongeval (a)
Beoordeeld zal moeten worden hoe waarschijnlijk het is dat iemands gedrag tot een ongeval leidt. Is de kans op een ongeval groot, minder groot of slechts gering? De beoordeling is een lastige opgave, nu men vaak (onbewust) redeneert vanuit een specifiek ongeval. Achteraf is het eenvoudig om vast te stellen dat het ongeval voorkomen had kunnen worden. 

Bij de beoordeling van de kans op een ongeval gaat het om de waarschijnlijkheid dat iemands gedrag in het algemeen tot een ongeval leidt. Hierbij wordt dus naar de algemene situatie gekeken en niet naar de situatie zoals het specifieke ongeval. Oftewel: hoe waarschijnlijk is het dat een ongeval plaatsvindt? Daarbij dient opgelet te worden dat het niet gaat om de waarschijnlijkheid van de uiteindelijk schade.21 Samen met de beoordeling van de ernst van het letsel wordt hierdoor de omvang van het risico bepaald.

Een voorbeeld uit de jurisprudentie is de persoon die een zak huisvuil op straat zette met daarin een plastic emmertje met een bijtende stof (natronloog).22 De vuilnisophaler kreeg vervolgens de vloeistof in zijn gezicht, waardoor hij ernstig oogletsel opliep. Volgens het hof was het niet voorzienbaar dat dit ongeval zou ontstaan. De Hoge Raad overwoog dat het neerzetten van een emmertje met een gevaarlijke vloeistof onzorgvuldig is. Het deed er niet toe dat de manier waarop de schade zich hier realiseerde uiterst onwaarschijnlijkheid was (een vuilnisophaler die de stof op deze manier in zijn oog krijgt). Vanbelang is dat er ook op andere manier ongelukken hadden kunnen gebeuren. 

Aard en ernst van de schade (c) 

Bij de aard van de schade kan men in het algemeen onderscheid maken tussen letselschade, zaakschade en zuivere vermogensschade. Letselschade is begrijpelijkerwijs de zwaarste schadecategorie. Bij de ernst van de schade gaat het om de vraag of het gaat om blijvend letsel of niet. In sommige gevallen valt er duidelijk onderscheid te maken tussen enerzijds (zeer) ernstig letsel (zoals overlijden, ernstige brandwonden, hoge dwarslaesie) en anderzijds licht letsel (zoals kneuzingen, niet gecompliceerde fracturen). Er zijn ook situaties waarin dit minder evident is. Het overzicht in de smartengeldgids over de letselschadecategorieën kan hierbij mijns inziens behulpzaam zijn als leidraad om het letsel te kwalificeren.23 

Naarmate de ernst van de omvang van de mogelijke schade in het algemeen groter is, zal het gevaarzettend gedrag eerder als gevaarlijk worden bestempeld. Zoals in het arrest Verhuizende Zusters is te lezen kan ondanks dat er sprake is van ernstig letsel toch worden geconcludeerd dat er geen gevaarzettende situatie in het leven is geroepen. De andere Kelderluikfactoren kunnen in zo’n situatie zwaarder wegen. 

Tot slot is het goed om te vermelden dat de ernst van het letsel enkel van belang is als de onrechtmatige gedraging kan worden toegerekend aan degene die de situatie in het leven heeft geroepen.24 De schadeveroorzaker dient het gevaar te kennen of behoren te kennen. Was men niet bekend of behoorde men ook niet bekend te zijn met het gevaar, dan bestaat er geen plicht om maatregelen te nemen. 

Een voorbeeld over de kenbaarheid en vermijdbaarheid van het gevaar is de legionellabesmetting waardoor bezoekers van de West-Friese Flora (bloemententoonstelling) overleden.25 Een handelaar in whirlpools heeft de whirlpools gevuld met leidingwater. De hele dag had het water geborreld op 37,5 graden en was het water die dag niet vervangen of gezuiverd. Door de lucht werd de legionellabacterie verspreid waardoor bezoekers door inademing van deze bacterie ziek werden. Hoewel de handelaar bekend was met bacteriegroei in whirlpools (legionella), was hij niet bekend met de mogelijke verspreiding door de lucht. De handelaar had nagelaten om veiligheidsmaatregelen te nemen tegen het hem bekende risico (legionella), waardoor het onbekende risico (verspreiding via de lucht) voorkomen had kunnen worden. De onrechtmatige daad kon daardoor worden toegerekend aan de handelaar.

Beoordeling 2: Omvang van de voorzorgsmaatregelen 

Hiervoor is benoemd dat eerst het risico dient te worden beoordeeld, voordat we kunnen beoordelen of er voorzorgsmaatregelen nodig waren om het ongeval te voorkomen. Als er sprake is van een te gevaarlijke situatie is de vraag of en tot welke zorg je dan verplicht bent. 

(d) Het nemen van voorzorgsmaatregelen 

Het uitgangspunt is dat een risico dient te worden weggenomen.26 Het wegnemen van een risico lijkt vrijwel in alle gevallen de beste oplossing. Zonder risico kan er namelijk geen ongeval plaatsvinden. Risico’s zijn onderdeel van ons leven. Veel dagelijkse gedragingen zijn verbonden met een zeker risico. Gedacht kan worden aan het lopen op straat of het uitoefenen van een sportactiviteit. Het wegnemen van risico’s kan te duur zijn, is soms niet wenselijk of niet praktisch. Voor sportactiviteiten geldt bijvoorbeeld dat het niet gewenst is om ieder risico weg te nemen. Met het wegnemen van het risico kan namelijk ook geen sportactiviteit worden uitgeoefend. Skiën zonder het risico te vallen is bijvoorbeeld onmogelijk. Oftewel, een risico hoeft niet altijd te worden weggenomen. 

Als een risico niet volledig kan of hoeft te worden weggenomen, dan zijn er diverse maatregelen mogelijk om een ander op de hoogte te brengen dan wel om het risico te beperken: 

– fysieke maatregelen, zoals het plaatsen van een bedhek waardoor de kans op een val uit een ziekenhuisbed kleiner wordt (Korver/De Heel)27 of het dragen van een helm bij skeeleren (Skeelerongeval).28 In dit laatste geval heeft een cursiste zich door vrijwillige deelname blootgesteld aan het inherente risico van vallen bij het leren van een sport. Het feit dat de vrouw zich vrijwillig heeft blootgesteld aan het risico van een val bevrijdde de organisatie niet van haar verplichting om veiligheidsmaatregelen te nemen. 

– houden van toezicht;
– waarschuwen en informeren.

Waarschuwen voor een ongeval

Een goedkoop middel dat in veel situaties kan worden ingezet is het waarschuwen en informeren van personen. Men moet tijdig en nauwkeurig worden geïnformeerd over het risico. Een enkel verbod is niet altijd voldoende. In het Jetblastarrest werd middels een bord met de volgende tekst: “Warning! Low flying and departing aircraft blast can cause physical injury”, gewaarschuwd voor het zogenoemde jetblasteffect.29 Het aanwezige publiek vond het effect spannend en trok zich van dit bord niets aan. Het antwoord op de vraag of een waarschuwing voldoende is hangt af van de mate waarin de waarschuwing zal leiden tot ander gedrag. Er had duidelijk vermeld moeten worden waaruit het gevaar precies bestond, aldus de Hoge Raad. 

Het Jetblastarrest kan worden geïnterpreteerd als een garantieplicht (negeert het publiek de waarschuwing, dan was de waarschuwing dus niet effectief) maar het is de vraag of de Hoge Raad dit zo heeft bedoeld volgens Van Dam.30 De Jetblastzaak geeft vooral een algemeen probleem aan. Uitdrukkelijk waarschuwen voor een gevaar zal voor avontuurlijke mensen niet leiden tot een ander gedrag.31 Integendeel, zij zullen zich juist tot dit gevaar aangetrokken voelen en op zoek gaan naar sensatie. Zoals Brunner opmerkt in zijn noot onder het Jetblastarrest moeten mensen worden beschermd tegen gevaren, maar dit betekent niet dat roekeloosheid van mensen voor rekening van een ander komt.
 

(b) De aard van de gedraging 

In samenhang met de vraag naar de te nemen maatregelen bepaalt de aard van de gedraging de omvang van de vereiste zorg.32 Bij de aard van de gedraging kan worden gedacht aan het onderscheid tussen een risicovolle activiteit of juist een alledaagse handeling.33 Bij een sport- en spelsituatie geldt bijvoorbeeld een andere zorgvuldigheid (minder vergaande zorgvuldigheid) dan bij een alledaagse handeling. 

Dat dit van belang is voor de beoordeling naar de aansprakelijkheid is te zien in de uitspraak van Rechtbank Oost- Brabant d.d. 16 maart 2017.34 Een voetbalteam nam deel aan een ijsvoetbalspel met luchtballen rond het lichaam van de spelers. Nadat aan het einde van het spel het fluitsignaal was gegeven en benadeelde zijn pak had uitgetrokken kreeg hij, bij wijze van grap, een duw van een vriend. Hij kwam ten val en gleed met zijn hoofd tegen de rand van de ijsbaan. Het handelen van de vriend was zodanig gevaarlijk en onzorgvuldig dat dit handelen als onrechtmatig moest worden aangemerkt. Hierbij speelde een rol dat het sport- en spelelement was afgelopen, zodat de verhoogde drempel voor aansprakelijkheid niet van toepassing was.35 

Bij alledaagse handelingen zijn de eisen omtrent het nemen van voorzorgsmaatregelen doorgaans minder streng en dient terughoudend te worden omgegaan met aansprakelijkheid. Gedacht kan worden aan klassieke risico’s zoals risico’s in of van de natuur of ongelukken in de particuliere sfeer. 

Bij ongelukken in de particuliere sfeer kan worden gedacht aan het arrest Verhuizende Zusters. Dit arrest is in dit artikel uitgebreid besproken. Andere situaties die tot de verbeelding spreken zijn een stoeipartij op de werkvloer,36 het schoppen tegen een tak in het bos 37 of zonder achterom kijken een stap achteruit doen bij de bushalte.38 

Aansprakelijkheid; eigen schuld 

Als er sprake is van een onrechtmatige gevaarzetting, waarvoor de schadeveroorzaker maatregelen had kunnen c.q. moeten nemen, dan dient nog te worden beoordeeld of benadeelde heeft bijgedragen aan het ongeval. In dat geval wordt de schadevergoedingsplicht evenredig verminderd (artikel 6:101 BW).39 

Rechtspraak 

Om het bovenstaande levendig te maken wil ik nog ingaan op recente rechtspraak. Hierin komt soms de terminologie terug dat er sprake is van ongelukkige samenloop van omstandigheden: 

– Hof Den Haag 28 januari 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:752 

Een verdachte werd door de politie aangehouden en liep daarbij oogletsel op door een (mogelijke) houtsplinter. Als benadeelde al letsel zou hebben opgelopen bij zijn aanhouding door de politie, dan kan dat slechts worden gezien als een ongelukkige samenloop van omstandigheden bij een rechtmatige aanhouding, aldus het hof. 

– Hof Arnhem-Leeuwarden 17 maart 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2136 

Een andere ongeval deed zich voor in een werksituatie.40 Een cateringmede-werker haalde een rek uit een hete oven, waardoor er nog een rekje op de grond viel. Hij draaide zich om om zijn handen vrij te maken. Op dat moment kwam een collega ten val. Volgens deze benadeelde heeft haar collega gevaarzettend gehandeld door het ovenrek uit de oven te laten vallen en het ovenrek niet zo snel mogelijk van de vloer te verwijderen, ook

heeft nagelaten om (adequaat) te waarschuwen. De werkgever heeft zijn zorgplicht niet geschonden noch is er sprake van een fout van de ondergeschikte. Het hof oordeelt dat er sprake was van een dynamische ongevalssituatie, waarin snel wordt gehandeld en uit de aard van het ongeval geen sprake is van een weloverwogen en in rust genomen beslissing. Dat achteraf gezien ander gedrag beter was geweest, maakt nog niet dat het getoonde gedrag onrechtmatig is. Van betrokkene mocht de nodige oplettendheid worden gevraagd bij het betreden van de keuken. 

– Rechtbank Midden-Nederland 10 juni 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:2220 

Benadeelde kwam na een kerkdienst op een mat voor elektriciteitskabels ten val nadat die nat was geworden door de regen. Bij binnenkomst van de kerk had zij de kabels zien liggen. Na afloop van de kerkdienst was daar een rubberen mat over gelegd. Het nemen van extra veiligheidsmaatregelen was niet nodig, aldus de rechtbank. Het is algemeen bekend dat als een oppervlakte nat is, deze glad(der) wordt. Een voetganger die ziet dat het oppervlakte nat is, dient extra oplettend te zijn. Volgens de rechtbank was het voor verweerder niet voorzienbaar dat het gebruik van de mat een zodanig risico van vallen met zich mee zou kunnen brengen, dat deze mat niet gebruikt had mogen worden. 

– Rechtbank Noord-Holland 1 juli 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:4839 

Een man werd tijdens zijn sportactiviteiten in een sportschool op zijn hoofd geraakt door een vallende halterstang van 15 kg van een squatrek.41 Tussen partijen was in geschil hoe de halterstang ten val is gekomen. De rechtbank beoordeelde aan de hand van de Kelderluikcriteria of er sprake was van gevaarzetting. Het enkele feit dat de halterstang voor het incident is blijven liggen op het rek levert geen gevaarlijke situatie op. Niet is gebleken dat het voorzienbaar of waarschijnlijk was dat een dergelijke situatie tot een ongeluk zou leiden. Kortom, er is sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden waarvoor niemand aansprakelijk kan worden gehouden.
 

Bewijs bij een ongeval

Een belangrijk onderdeel dat samenhangt met de vraag of een ander aansprakelijk kan worden gehouden is de vraag naar hetgeen kan worden gesteld en bewezen. Op benadeelde rust in beginsel de stelplicht en eventueel de bewijslast van het ongeval, nu benadeelde zich beroept op de feiten die leiden tot het rechtsgevolg waarop hij zich beroept (art. 150 Rv).42 Overigens betekent dit niet “wie eist, bewijst”, een veelgehoorde foutieve uitspraak. Niet alles wat wordt gesteld is relevant voor de vordering. Bovendien zijn er bepaalde punten in het partijdebat die in het domein van de verweerder liggen. 

Een praktijkvoorbeeld over bewijs is te zien in de beschreven uitspraak met de vallende halterstang in de sportschool. Niet is gebleken dat de sportschool een gevaarlijke situatie heeft laten ontstaan. Tussen partijen bestond discussie over de toedracht van het ongeval. Waardoor is de halterstang gevallen? Verweerder overlegde een onderzoeksrapport waaruit bleek dat de stang niet uit zichzelf kon zijn gaan rollen. Benadeelde heeft daarentegen onvoldoende onderbouwd waarom deze halterstang een gevaarlijke situatie opleverde. De enkele stelling dat de halterstang eraf kon rollen is onvoldoende voor aansprakelijkheid. 

Een ander voorbeeld waaruit de stelplicht en bewijslast blijkt is te vinden in de uitspraak van Rechtbank Gelderland43 waarin voor een paardenevenement 

paardenevenement zogenoemde pagodetenten zijn opgesteld. Verzoeker is ten val gekomen over een stang die uit de tent stak. Het verzoek in deelgeschil strandde omdat niet vast kwam te staan dat de aangesproken persoon een onrechtmatige daad had gepleegd. Hoewel er geen twijfel leek te bestaan dat benadeelde ten val is gekomen, kwam niet vast te staan dat verweerster de tent had achtergelaten met de uitstekende stang. Oftewel, met het enkele feit dat iemand ten val is gekomen zal eveneens duidelijk moeten worden wie deze gevaarlijke situatie heeft gecreëerd. 

Ongevallen: korte terugblik

Mensen kunnen door ongelukkige samenloop van omstandigheden letsel oplopen met nare gevolgen. Voor de vraag of de schade kan worden afgewenteld op een ander is nodig dat de ander aansprakelijk is voor deze situatie. Niet elke gedraging die tot (ernstige) schade leidt betekent ook automatisch een onrechtmatige daad van een ander. De eerste vraag is of je als persoon een te gevaarlijke situatie in het leven hebt geroepen. Het enkel creëren van gevaar is simpelweg niet voldoende. Vervolgens dient te worden gekeken of en welke maatregelen genomen hadden moeten worden om het risico te beperken. Achteraf is het in elke situatie gemakkelijk te beoordelen dat men maatregelen had kunnen nemen. Het is daarbij van belang de aard van de gedraging in het achterhoofd te houden en te realiseren dat een ongeluk soms in een klein hoekje zit. 

Dit artikel is geschreven door I.K. Verhoeks en gepubliceerd in het vaktijdschrift PIV Bulletin 2020

 

Schade Advocatuur B.V.

Wij zijn een niche kantoor in aansprakelijkheidsrecht, schadevergoeding, letselschade en verzekeringen. Deze onderwerpen zijn nauw met elkaar verbonden. En dat geeft ons focus. Elke dag weer.

Lees meer over ons