Twee bijzondere manoeuvres, wie gaat voor?

leestijd 1 minuut

Links inhalende motorrijder botst tegen links afslaande auto.


In dit artikel wordt de uitspraak van 15 december 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:6714 besproken. Het gaat hier om een regresprocedure tussen Achmea en Reaal. Een links inhalende motorrijder botst tegen een links afslaande auto. Twee bijzondere manoeuvres, wie gaat voor?

Toedracht ongeval in het verkeer

Het gaat in deze zaak om een links passerende motorrijder (verzekerd bij Achmea) en een links afslaande auto (verzekerd bij Reaal).


Bewijs inzetten inhaalmanoeuvre

De rechtbank heeft Achmea opgedragen te bewijzen dat de links afslaande auto zijn richtingaanwijzer heeft uitgezet en heeft voorgesorteerd, nadat de motorrijder met zijn inhaalmanoeuvre was begonnen.

Bewijs Achmea

Achmea heeft Meuwissen gevraagd om een ongevalanalyse uit te voeren ter beantwoording van de vraag waar de motorrijder zich bevond ten opzichte van de afslaande auto op het moment dat de automobilist besloot af te slaan.

Achmea stelt zich op het standpunt dat uit het feit dat de botsing plaatsvond net nadat de automobilist naar links stuurde, kan worden afgeleid dat de motorrijder zich al naast dan wel links achter de auto bevond. Volgens Achmea was de motorrijder al begonnen met inhalen en had de automobilist dat kunnen waarnemen tijdens het moment dat hij in zijn spiegels keek en besloot om af te slaan. De automobilist had de motorrijder om deze reden voor moeten laten gaan. Door de motorrijder geen voorrang te geven heeft de automobilist in strijd gehandeld met art. 18 en art. 54 RVV.

De vraag of de automobilist zijn richtingaanwijzer heeft aangezet en heeft voorgesorteerd kan in het midden worden gelaten, omdat dit de automobilist niet ontheft van de ingevolge artikel 18 RVV op hem rustende verplichting voorrang te verlenen aan inhalend verkeer, aldus Achmea.


Afslaan en inhalen in het verkeer 

De relevante regelgeving over afslaan en inhalen is onder meer opgenomen in de artikelen 11, 17, 18 en 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Afslaan en inhalen in het verkeer zijn bijzondere manoeuvres. Maar wie gaat er voor?


Bijzondere manoeuvres – geen rangorde

Op grond van artikel 54 RVV zijn het links afslaan en van rijstrook wisselen om in te halen bijzondere manoeuvres. De bestuurder die een bijzondere manoeuvre uitvoert, moet het overige verkeer voor laten gaan. Er bestaat geen rangorde in bijzondere manoeuvres, zodat aangenomen kan worden dat de bestuurder die als eerste de bijzondere manoeuvre inzet deze mag voltooien en dat de andere bestuurder hem dient voor te laten gaan, aldus de rechtbank.


Afslaan in het verkeer, wie gaat er voor?

Artikel 17 lid 2 RVV verplicht de bestuurder voor het afslaan een teken te geven met de richtingaanwijzer.
Artikel 18 lid 1 RVV verplicht een bestuurder die afslaat, het verkeer dat hem op dezelfde weg tegemoet komt of dat op dezelfde weg zich naast dan wel links of rechts dicht achter hem bevindt, voor te laten gaan.

Een redelijke, op de praktijkgerichte, uitleg brengt mee dat de bijzondere manoeuvre afslaan begint met het richting aangeven.

 

Hoe wordt ermee omgegaan in deze zaak?

De automobilist heeft verklaard dat hij zijn richtingaanwijzer heeft aangezet en dat hij zag dat de personenauto die direct achter hem reed afremde en hem dus had gezien. De motorrijder heeft verklaard dat hij in reactie op het verminderen van de snelheid van de personenauto die direct voor hem reed de inhaalmanoeuvre is gaan inzetten door van rijstrook te wisselen. Hij heeft de auto – door een andere auto – niet eerder gezien dan op het moment van inhalen.

Dit betekent dat de automobilist die als eerste de bijzondere manoeuvre heeft ingezet voorrang heeft (het afslaande voertuig). De motorrijder moest aan de afslaande automobiliste de gelegenheid geven om het afslaan te voltooien.


Bewijs richtingaanwijzer

Achmea heeft het standpunt ingenomen dat in het midden kan blijven of de automobilist zijn richtingaanwijzer heeft aangezet en heeft voorgesorteerd, omdat dit hem niet ontheft van de ingevolge artikel 18 lid 1 RVV op hem rustende verplichting om voorrang te verlenen aan inhalend verkeer. Dit standpunt van Achmea is onjuist, omdat het aanzetten van de richtingaanwijzer het begin van de bijzondere manoeuvre ‘afslaan’ markeert, aldus de rechtbank.

Dit betekent dat alsnog de stelling van Reaal dat de automobilist zijn richtingaanwijzer heeft aangezet alvorens naar links af te slaan beoordeeld moet worden. De betwisting door Achmea van de verklaring van de automobilist op dit punt is niet gemotiveerd. De motorrijder heeft verklaard dat hij de auto helemaal niet heeft gezien.

Dat betekent dat de motorrijder ook niet kan verklaren of de automobilist richting heeft aangegeven. Bij deze stand van zaken heeft te gelden dat de automobilist inderdaad zijn richtingaanwijzer heeft aangezet. Steun daarvoor bieden het proces-verbaal van politie, het aanrijdingsformulier van de automobilist en de omstandigheid dat het verhaal van de automobilist bevestigd zou zijn in een telefoongesprek van de politie met de getuige op 27 november 2019. De vorderingen van Achmea worden afgewezen.


Kortom: inhalen en afslaand verkeer

Een links inhalende motorrijder botst tegen een links afslaande auto. Dit zijn twee bijzondere manoeuvres. De vraag is wie er voorrang heeft?  Er is geen rangorde tussen twee bijzondere manoeuvres. De persoon hij die zijn manoeuvre als eerste inzette mag deze voltooien.

 

Meer weten over regresvorderingen of over een de positie tussen afslaand en inhalend verkeer in jouw zaak? Neem contact met ons op en wij informeren u graag.

Schade Advocatuur B.V.

Wij zijn een niche kantoor in aansprakelijkheidsrecht, schadevergoeding, letselschade en verzekeringen. Deze onderwerpen zijn nauw met elkaar verbonden. En dat geeft ons focus. Elke dag weer.

Lees meer over ons