Heeft overspannen timmerman mededelingsplicht geschonden?

de Beursbengel | nr. 932 | maart-april 2024 27

 

 

Hoge Raad, 19 januari 2024, ECLI:HR:NL:2024:52

In de hierna te bespreken zaak kwam de Hoge Raad (HR) met een arrest, erg kort nadat zijn Advocaat-Generaal had geconcludeerd. Die concludeerde op 8 december 2023. De HR volgde op 19 januari 2024.

Het gaat om uitleg van de mededelingsplicht van de verzekeringnemer enerzijds en wat men moet begrijpen van het/de door de verzekeraar opgestelde aanvraagformulier/ gezondheidsverklaring anderzijds. Een zzp’er, timmerman, had bij Aegon een arbeidsongeschiktheidsverzekering aangevraagd. Hij had daarvoor een gezondheidsverklaring ingevuld in februari 2018.

 

Gezondheidsverklaring

Op de gezondheidsverklaring had Aegon links op blad 2 van het formulier staan:

’Heeft u een of meer van de volgende aandoeningen, ziekten, klachten en/of gebreken? 
Of heeft u deze gehad? Kruis dan het hokje voor de letter aan.’

 Rechts stond een opsomming:
‘Daarvan is B. Aandoening, ziekte of klachten van psychische aard. Zoals depressie, schizofrenie, psychose, ADHD, overspannenheid, overwerktheid, (…), burnout.’

Op blad 3 van de gezondheidsverklaring is in de linkerkantlijn vermeld:

‘Let op! Kruis ook Ja aan als u:
- bij een huisarts, hulpverlener of arts bent geweest of als u deze heeft gebeld;
- bent opgenomen in het ziekenhuis, een psychiatrische inrichting of andere verpleeginrichting;
- geopereerd bent;
- nog medicijnen gebruikt. Of medicijnen heeft gebruikt;
- nog onder controle staat.’

 

Daarna volgt een opsomming van aandoeningen

aangeduid met de letters F tot en met M.

M luidt: ‘Aandoeningen, ziekten, klachten en/of gebreken die niet onder de categorieën hierboven vallen.’

 

Aegon had daarbij vermeld:‘Noem al uw klachten. Oók als u denkt dat deze niet belangrijk zijn. Of als u niet bij een dokter bent geweest.’

En:

‘Heeft u steeds minder klachten? Heeft u van een bepaalde aandoening, ziekte, gebrek of klacht steeds minder last? Dan moet u dit ook vertellen.’

 

Wat vulde de timmerman in?

De timmerman kruiste bij vraag 3 alleen het hokje voor ‘M’ aan, met als toelichting een liesbreuk in 2016. De verzekering ging in op 11 mei 2018. Op 17 mei 2018 heeft de timmerman zich ziek gemeld met lichamelijke en psychische klachten van overspannenheid.

Bij behandeling van zijn aanvraag om dekking te verlenen kwam naar voren dat hij in voorgaande jaren een paar keer bij de huisarts is geweest met vragen over zijn concentratieproblemen en dat hij verwezen is naar een psycholoog. Volgens Aegon had hij dit moeten melden in het vragenformulier en heeft hij – door dat niet te doen – zijn mededelingsplicht geschonden.

Uit het medisch dossier bleek dat de huisarts de timmerman had gezien toen deze vijftien jaar oud was. De timmerman had toen zorgen om zijn broer die was opgenomen vanwege ziekte. De timmerman had daardoor concentratiestoornissen. Hij vroeg de huisarts om te bemiddelen voor bijzonder verlof, om tijdelijk zes in plaats van acht uur per dag te mogen werken. In 2013 verwees de huisarts de timmerman naar een psycholoog in verband met concentratiestoornissen. De hulpvraag was dat hij een eigen timmerbedrijf wilde gaan beginnen en zich beter wilde leren focussen en interesseren wanneer iemand iets tegen hem zegt. De psycholoog concludeerde dat geen sprake is van een aandachtstekortstoornis.

Op 4 maart 2016 had de timmerman de huisarts weer gevraagd om verwijzing naar de psycholoog. Op 9 augustus 2016 noteerde de huisarts dat hij uitgelegd had dat bepaalde zaken geen ziektes zijn en dat daarvoor geen professionele hulp nodig is. Daarvoor zijn vrienden, familie of gesprekken in de kroeg.

Met de psycholoog voerde de timmerman op 9 juni 2016 een gesprek. De psycholoog kon geen diagnose vaststellen, stelde voor het gesprek als coachingsgesprek te beschouwen en gaf de timmerman enkele tips hoe om te gaan met zijn moeite om zijn ex-vriendin los te laten.

Op 17 mei 2018 noteerde de huisarts dat de timmerman hem overwerkt voorkwam. Op 13 juni 2018 noteerde de huisarts dat de timmerman waarschijnlijk over een grens was heen gegaan, wel wat signalen had gehad, maar dat het nog niet zo duidelijk was.

In de gezondheidsverklaring had Aegon bedongen dat in de tijd gelegen tussen het invullen van de verklaring en het sluiten van de verzekering wijzigingen in de gezondheid direct aan Aegon gemeld moeten worden. Aegon stelde dat niet goed voorstelbaar was dat de timmerman in de periode tussen het invullen van de gezondheidsverklaring en het ingaan van de verzekering geen klachten heeft gehad. De rechtbank volgde Aegon in haar afwijzing van de aanspraak. De timmerman ging in hoger beroep.

Het hof

Het hof vond het niet aan de timmerman aan te rekenen dat hij hokje B (aandoening, ziekte of klachten van psychische aard) niet had aangekruist.

De timmerman mocht de vragen in de vragenlijst opvatten overeenkomstig de zin die hij aan die vragen in de geven omstandigheden redelijkerwijs mocht toekennen. De context van het vragenformulier is hierbij van belang. Het hof oordeelde dat op pagina 2 van de gezondheidsverklaring er niet op wordt gewezen om ook ‘ja’ aan te kruisen als men bij een huisarts, hulpverlener of arts is geweest. Door pas op de volgende pagina in de kantlijn te waarschuwen dat men ‘ja’ moet aankruisen, kan op zijn minst de suggestie worden gewekt dat de hokjes A tot en met D alleen aangekruist hoefden te worden als er daadwerkelijk een reële aandoening, ziekte of klacht was geweest. Deze onduidelijkheid rekende het hof de timmerman niet aan. Daarbij vond het hof dat de onder B vermelde aandoeningen ernstig waren, waartoe concentratieproblemen niet zijn te brengen. Het hof vond verder dat uit het verslag van de huisarts niet zonder meer kan worden afgeleid dat de timmerman voorafgaande aan zijn instorting zich bewust is geweest van de vermelde signalen. Schending van mededelingsplicht in de periode gelegen tussen het invullen van de verklaring en het ingaan van de verzekering was er daardoor niet. Het hof wees de vorderingen van de timmerman toe. 

A-G Lindenbergh adviseerde de HR naar aanleiding van de door Aegon ingestelde cassatie. Zoals gebruikelijk heeft Lindenbergh eerst de huidige stand van het recht weergegeven. Lindenbergh concludeert vervolgens dat het cassatieberoep van Aegon niet slaagt.

 De HR deed de zaak af op artikel 81 RO. Het oordeel van het hof bleef dus in stand. Aegon verloor.

 

Rob

Schade Advocatuur B.V.

Wij zijn een niche kantoor in aansprakelijkheidsrecht, schadevergoeding, letselschade en verzekeringen. Deze onderwerpen zijn nauw met elkaar verbonden. En dat geeft ons focus. Elke dag weer.

Lees meer over ons